Auto invoeren
Ik heb een auto. Omdat er tot op heden een Nederlandse nummerplaat op zijn billen plakt, noem ik hem Jaap.
Jaap gaat (moet eigenlijk) een Vlaamse auto worden. Daarom ging ik vandaag naar het douanekantoor (Port Arthurlaan) in Gent met mijn aankoopbewijs en het buitenlands inschrijvingsbewijs. In de voormiddag had ik het kantoor al gevraagd of ze mij konden helpen aan een roos inschrijvingsformulier. Dat papier kreeg ik van hen aan het loket. “Vul zoveel in als je kan” zei de lieve dame (in een blauw douane-uniformke). “Het zal niet veel zijn” waarschuwde ik, “want vorige week heb ik zelfs een half uur moeten zoeken voor ik de motorkap openkreeg”. Na het betalen van 10 cent voor een stickertje (waarschijnlijk durfde ze het niet meer vignet 705 noemen) was “het invoeren” voorbij. Waren alle ambtenaren maar zo vriendelijk en hulpvaardig…
Ik was helemaal in een hoera-stemming en besloot direct door te rijden naar de autokeuring. Na een uur aanschuiven vroeg iemand mijn papieren. “U kan hier helemaal niet terecht”, zei de meneer, “voor een tweedehandskeuring (of keuring voor verkoop) moet u naar een ander station”. Aangezien Jaap nog niet ingeschreven is in Belgie, valt dat blijkbaar onder de ‘keuring voor verkoop’.