Dites-moi (I)
Als wij iets uitleggen of vragen, dan doen we dat meestal kort en krachtig. In Marseille is dat vaak anders. Hier in het Zuiden van Frankrijk ben ik alvast tegen 2 nieuwe vormen van communicatie gelopen: het neen-antwoord en het rond-de-pot-draaien-gesprek. Laten we beginnen met het eerste.
Naar mijn gevoel heeft een Fransman eerder de neiging om ‘neen’ te antwoorden op elke vraag waarbij hij zelf een actie moet ondernemen. Tijdens het verdere gesprek moet je de ‘neen’ proberen om te buigen tot een ‘ja’, maar zonder te bruskeren. Want anders zijn ze beledigd. Afgelopen weekend had ik zo een gesprek op de bus naar Cassis. Tussen Marseille en Cassis rijdt er een intercity-bus van een privé-maatschappij. Het is een gewone touringcar waar geen technologie in aanwezig is die de stopplaatsen aangeeft. Er zijn een 20-tal stopplaatsen, maar in praktijk rijdt de bus gewoon rechtstreeks van centrum Marseille naar centrum Cassis. Wij wensten halverwege af te stappen om daar een wandeling door de calanques aan te vatten.
Wij: Kunnen we afstappen aan halte X?
Chauffeur: Jazeker
Ik: Kan u een seintje geven?
Chauffeur: Neen, je moet bellen.
Ik: Maar ik weet helemaal niet waar ik moet bellen.
Chauffeur: Eens we uit Marseille zijn, rijd ik zo hard dat ik zal vergeten om te stoppen.
Ik: euh…
Chauffeur: En daarom moet je bellen.
Ik: En hoe weet ik nu wanneer ik moet bellen?
Chauffeur: Wel de baan gaat omhoog en dan omlaag (de rit duurt ca 40 minuten), en dan moet je bellen.
Ik: Ah…
Chauffeur: Ik zal het ‘proberen’ om het te onthouden.
We hebben uiteindelijk zelf gebeld. Beetje gegokt met het idee dat als we fout waren, we gewoon niet gingen uitstappen. De bus stopte, de chauffeur riep vervolgens luidop de (juiste) halte af. We hebben hem vriendelijk bedankt.