All posts in Nederlands

  • Kerstmis: tijd voor een goed doel

    Het regent goede doelen in mijn mailbox. Op een paar dagen tijd vielen er zowaar 4 aanvragen in de virtuele box. Omdat bij kerstmis goede doelen horen, vermelden we ze hier alle vier:

    1. Pierre doet zijn snor af voor de actie  “allessnor” ten voordele van het Fontys Glazen Huis 2010. Leuke actie en website met beschrijving van de snorren die nu nog even te bewonderen zijn, voor ze er definitief afgaan.
    2. Voor dat andere glazen huis van Studio Brussel, verkopen de Vlaamse Twitteraars een tweet voor het goede doel via Tweet For Life 2010. Mooie actie en eenvoudig om aan mee te werken. Meedoen zou ik zeggen!
    3. Een actie die zeker een goed doel nastreeft, maar gelijk moeilijk te verpakken valt, is de “Are you sitting comfortably“-actie die ijvert voor betere regels wat betreft brandveiligheid voor sofa’s in België. Belangrijke boodschap, maar ik vind hun mediamateriaal eerder griezelig.

    De vierde actie is ten voordele van de Cliniclowns en werd opgezet door  Joyvalle van de zuivelgroep FrieslandCampina. Per verkochte liter Joyvalle AA-melk gedurende de maand december, zal Joyvalle 5 eurocent aan de Cliniclowns doneren. Voor wie de Cliniclowns niet kent, zij werken nauw samen met ziekenhuispersoneel en willen zo bijdragen aan het genezingsproces van zieke kinderen. U kan zelf een steentje bijdragen via de clown-neus Facebook applicatie, door het kopen van melk of natuurlijk rechtstreeks via de Cliniclowns.

    Er wordt mij een bedrag gegeven via BuzzParadise om de actie te vermelden op mijn blog. Het spreekt voor zich dat ik het geld integraal zal doorstorten naar de Cliniclowns.

  • De tools van de wetenschapper: WordPress

    Een jaar nadat ik aan mijn doctoraat begon, heb ik ook een Engelstalige blog opgezet. In eerste instantie omdat ik een blog nodig had bij een cursus die ik volgde in het kader van de doctoral schools. Daarnaast wou ik ook een platform naast dit blog en Edublogs.be om informatie in het Engels op te publiceren.

    Voorlopig kom ik aan 1 post per maand, wat niet bepaald productief genoemd kan worden. Enerzijds komt dat omdat ik nog niets in het Engels gepubliceerd heb (maar dat komt eraan), anderzijds omdat ik voor Twitter gekozen heb als primaire bron om te communiceren.

    Toch vind ik mijn Engelstalige blog niet onbelangrijk, want ik kan er mijn presentaties en podcasts op kwijt en ik ben ook van plan om er al mijn publicaties, of afgeleiden indien het copyright mij in de weg staat, onder te brengen. De blog gaat dus helemaal mee in het tempo van mijn doctoraat: traag, maar zeker.

    Ondertussen ben ik 7 jaar aan het bloggen en heb ik nog 3 blogs in eigen beheer. Ik heb mij wel eens voorgenomen om te stoppen met dit blog en enkel verder te gaan in het Engels, maar dat voornemen was ook weer snel verdwenen. Eigenlijk heb ik nu mijn draai helemaal gevonden: de “drsmetty” Twitter en blog gebruik ik voor het werk en is helemaal publiek, “smetty” is publiek qua bloggen, maar niet op Twitter. Met die formule kan ik zeker verder tot het einde van mijn doctoraat. En daarna zien we wel weer.

  • Bongo

    Deze week hadden ze het in Volt, een programma op Eén, over Bongo. Als u Bongo of concurrenten zoals Vivaboxes en cadeaubox niet kent, dan zat u waarschijnlijk de afgelopen jaren op een andere planeet. Hoewel, de meneer van Bongo zei dat 3 op de 4 Belgen ouder dan 18 nog geen dergelijke bon gegeven of gekregen heeft. Wij hebben er hier in elk geval de voorbije 2 jaar, met onzen trouw en de housewarmings als topmomenten, zeker een tiental gekregen (als het er geen 20 of 30 zijn).

    De kritiek die ondermeer in het programma naar voor kwam, was dat klanten met bonnen door de restaurateurs als B-klanten beschouwd worden. Dat hebben we helaas zelf al mogen meemaken. Lees er mijn review over restaurant ‘t Truffeltje in Dendermonde gerust nog eens op na. Mijn slechtste ervaring met een Michelin 1-ster ever. En wij hebben het vermoeden dat de bon de oorzaak was. Een vriend zei deze week nog dat hij een Bongobon heeft proberen inwisselen bij een Italiaans restaurant in Leuven. Reserveren kon echt niet, nu niet en morgen niet, want ze waren alle dagen volgeboekt behalve voor de lunches. Yeah right. Read more

  • De tools van de wetenschapper: LinkedIn

    LinkedIn is zo een tool die bij mij op de achtergrond draait. Af en toe voegen mensen mij toe als contactpersoon of nodig ik mensen uit. Druppelsgewijs allemaal.

    In eerste instantie was het voor mij een virtuele-visitekaartjes-bewaardoos. Want laat mij eerlijk zijn, als ik iemand zijn visitekaartje krijg, zijn er 2 mogelijkheden: ik doe er iets mee (persoon toevoegen aan LinkedIn, mailen etc.) of ik gooi het weg. Ik begin er niet meer aan om kaartjes te bewaren.

    LinkedIn heeft gelukkig meer te bieden dan alleen maar kaartjes virtueel stockeren. Een belangrijk onderdeel is én blijft natuurlijk je profielpagina (mijn profiel), waarop je al je professionele bezigheden kan oplijsten en waarop anderen je werk kunnen ‘prijzen’. Er is mij al vaker gevraagd om wederzijdse aanbevelingen te schrijven (ik schrijf dat jij geweldig bent en omgekeerd van hetzelfde natuurlijk), maar daar doe ik niet aan mee. Naar het schijnt is zo een profielpagina ook in trek bij rekruteerders, maar zelf ben ik er nog nooit door gecontacteerd (ook voor mijn schoolcarrière niet).

    Een andere en veel gebruikte functionaliteit binnen LinkedIn zijn de groepen. Ik denk dat het nut en de waardering van die optie volledig persoonlijk is en afhankelijk van wat je aan een bepaalde groep hebt. Ik heb pas met de Surf Onderwijsdagen-groep voor het eerst het idee gehad: “dit is nuttig voor mij”. De organisatie had namelijk gevraagd om uitleg te geven bij de sessie die je zou gaan geven zodat deelnemers vooraf vragen konden stellen. Daar ontstond een voor mij interessante conversatie uit én contacten met andere deelnemers van de conferentie.

    Wat ik ook ben gaan waarderen binnen LinkedIn zijn niet de eigen functionaliteiten, maar de koppeling die er gemaakt kan worden met andere sites. Zo heb ik een link gelegd met mijn Engelstalige twitter-account, mijn doctoraatsblog en mijn presentaties op Slideshare. De meerwaarde zit er nu voor mij in dat mijn contacten op LinkedIn voor het grootste deel niet dezelfde zijn als diegenen die mij volgen op bovengenoemde sites (meer oud-collega’s, concullega’s, management en dergelijke). Door het koppelen van Twitter, mijn blog en Slideshare aan LinkedIn heb ik dus een extra platform waar mensen mijn doctoraatsbezigheden kunnen volgen. En gezien de reacties die ik daarop krijg, weet ik ook dat men het volgt. LinkedIn als specifiek en professioneel communicatiekanaal dus.

    LinkedIn is dus een beetje een onzichtbare tool, je weet niet direct wat je er nu wel of niet aan hebt. Maar ik heb alvast ondervonden dat het voor mijn doctoraat een interessant communicatiekanaal is, met mensen die ik anders niet zou bereiken.

  • De tools van de wetenschapper: Twitter

    Na Slideshare is Twitter aan de beurt, een tool die ik al gebruikte alvorens de wetenschappelijke richting in te slaan.

    Het veld rondom mij observerend, denk ik toch te mogen besluiten dat de meeste wetenschappers Twitter niet gebruiken, maar er zijn natuurlijk uitzonderingen. Laten we bijvoorbeeld eens kijken naar 2 internationale wetenschappelijke organisaties binnen mijn domein (learning sciences): the International Society of the Learning Sciences (ISLS) en The Association of learning technology (ALT). Afgelopen zomer was ik zelf aanwezig op een conferentie van de eerste organisator: #icls2010 (Chicago, VS). Op onderstaande grafiek merkt u dat er tijdens de congresdagen getweet werd, maar nadien viel het bijna stil.

    ICLS 2010 profile on Twitter

    Zelf kon ik er bijvoorbeeld ook weinig twitteren gezien er maar in 1 zaal wifi voorzien was. Wie buiten die zaal online ging, had waarschijnlijk een plaatselijk data-abo. Een conferentie die 2 maanden later gehouden werd, #altc2010, heeft een gelijkaardige grafiek, maar tot op de dag van vandaag wordt er nog verder over getweet. Vergelijkt u de eerste organisator zijn Twitter-account gewoon even met de tweede, die daarnaast ook nog een eigen YouTube-channel heeft.

    AltC2010 on google

    Ik hoor u al denken, jamaar Smetty, heeft zo een organisatie daar nu een voordeel bij? Wel, ik denk het wel. Zo heb ik zelf de ALT-conferentie ontdekt omwille van de stroom tweets die ik voorbij zag komen. Ik volg nu ook hun tweets, en heb de datum van de volgende conferentie alvast in mijn agenda gezet. Want als we even het wetenschappelijke laagje wegkrabben, blijft er toch ook uiteindelijk een commerciële organisatie over. Die van ALT hebben er alvast een enthousiaste toekomstige klant bij.

    En dan nu over naar mijn eigen eigen Twitter activiteiten. In het kader van mijn onderzoek heb ik iets meer dan een jaar geleden een extra Twitter-account opgezet met volgende eigenschappen/doelstellingen:

    1. Een publieke account beheren in de taal van mijn doctoraat (Engels).
    2. Een kanaal opzetten waarop ik alles communiceer over mijn doctoraatsactiviteiten.
    3. Een Twitter-identiteit creëren die anderen kunnen gebruiken als ze online naar mij willen verwijzen.
    4. Een koppeling voorzien tussen deze Twitter-account, mijn doctoraatsblog en mijn LinkedIn-profiel.

    Over de positie van mijn Twitter-account (@drsmetty) in mijn tool-kit kan ik kort zijn: als ik maar één tool zou mogen overhouden, dan wordt het Twitter. Het is mijn primaire bron om te communiceren en om mij te informeren. Als u het mij vraagt, een must-have voor elke wetenschapper.