All posts in Fictie

  • Sneeuwwitje vermist

    Sneeuwwitje

    Humor in Doel (Belgisch polder-spookdorp).

  • Eendjes

    Het was altijd leuk aan de andere kant van de vijver.
    Je kon er zo goed eendjes kijken.

    Ik was er al lang niet meer geweest.
    Het pad was zo ver weg en
    en ik durfde er niet heen zo helemaal alleen.

    Jaren maakte ik bewust een omweg, gewoon voor de zekerheid,
    tot ik er op een dag toevallig voorbij kwam.

    Ik duwde zachtjes de deur naar het park open,
    en liep in de richting van het water.

    Op een bankje bij de vijver zat een man.
    Daar zat hij vroeger ook al.

    “Mag ik?” vroeg ik.
    Hij knikte en ik ging naast hem zitten.

    “Dan ga ik maar weer,” zei ik na een tijdje.
    Voor ik uit het zicht verdween, zwaaide ik nog even.

    De deur liet ik op een kiertje staan.
    De eendjes zwommen gewoon verder.

  • De klusjesman

    De klusjesman kwam binnen. “Uw raam valt eruit madammeke?” zei hij. Ik keek een beetje zielig en knikte bevestigend.

    De raamdokter begon vervolgens aan zijn inspectieronde en kwam al snel tot de volgende conclusie:”versleten, ik zal het wat oplappen, maar een nieuw kan ik er niet van maken”. Uit de raamdokter-indrukwekkende-gereedschapstas haalde hij materiaal om de herstelling tot stand de brengen.

    Boemboemboem-klopklop-tok (verandering van gereedschap) iepeiepeiepe (spuitbus) psjjjjjjjjt.
    Zo ging dat een tijdje verder.

    Een paar minuten later deed de klusjesman het raam met veel zwier open en dicht. Ik moest mij inhouden om niet in een groot applaus uit te barsten. Dat had hij wel verdiend na zijn geslaagd optreden met zijn gereedschapsorkest.

    Hij was eigenlijk klaar nu om de buurvrouw uit de nood te gaan helpen met haar raam-problematiek, maar ik zat zelf nog met een deur-vraagstuk. Er zat de laatste tijd iets los aan die voordeur namelijk. Hij was wel gestuurd voor de ramen, maar wie een raam aankan, moet toch iets met deuren kunnen ook dacht ik. Want ramen en deuren, zoveel verschilt dat toch niet?

    Read more

  • Ave Maria

    “Ze gaat dood”.
    “Ze is dood”.

    Waar is de tijd dacht ik, dat die boodschap niet op een GSM display stond, maar gebracht werd door de doodsklokken van de plaatselijke kerk. De wenkbrauwen werden dan gefronst aan tafel. Er zou een stilte vallen van een minuut waarin ieder weg zonk in zijn eigen gedachten. Het gesprek zou even nadien weer verder gaan in de wetenschap dat de bakker zo dadelijk wel zou vertellen waar het verdriet neergedaald was.

    Een kerkelijke begrafenis is vreemd genoeg een plaats van ingehouden emoties. “Hopelijk maken ze het niet te triestig” zegt iedereen dan. Vooral een kind, partner of vriend die een emotioneel verhaal vertelt of het weerklinken van een triestig liedje, moet bij voorkeur vermeden worden. Ook 3 kleinkinderen die met grote moed een witte bloem gaan neerleggen op de urne van oma om vervolgens in een gemeend verdriet uit te barsten, zijn niet goed voor een beperkt zakdoekenverbruik.

    Ik ga niet luisteren denk ik dan, dat is een veilige optie. En dat gaat goed tot er bovenaan op het koor, ergens goed verstopt voor het oog, een sopraan het Ave Maria begint te zingen met een hemelse doordringende stem. Want dan gaan de tranen plots toch rollen en kijkt iedereen prompt de andere kant op omdat ze weten dat de ene traan de andere teweeg brengt.

    Op zo een moment ben ik jaloers op die plaatsen waar iedereen luidop weent voor diegene die gegaan is en voor de ongelukkige achterblijver. Dat moet tenminste opluchten.

    Maar goed, het is hier en niet ginder, en zij niet wenen, ik niet wenen. Tot het Ave Maria in elk geval.

  • Toon mij uw winkelkar…

    “De derde keer trakteer jij” zei ik tegen de collega in de Colruyt. Die keek mij een beetje verbaasd aan. “Jamaar, als je beiden in Gent woont en werkt” probeerde ze, “dan is het toch normaal dat je elkaar vaak tegen komt”. Ze zag er wat paniekerig uit. Waarschijnlijk werd ze niet goed bij de gedachte van al die collega’s die haar eerst zouden opmerken en al de pinten die ze dan moest betalen.

    We begonnen de conversatie onder de bloem en zouden elkaar nog vaak kruisen in de food en de non-food. Bij de frisdranken bijvoorbeeld. Omdat mijn favoriete fruitsap uit een andere winkel komt, had ik maar besloten van elke smaak 1 doos mee te doen. Ik wierp een blik op mijn winkelkar en vond het zelf ook een beetje een raar zicht. In de gedachten van de collega zag ik het woord “fruitsap” met veel vraagtekens erbij staan. Zelf kwam ik niet verder meer dan wat schaapachtig lachen.

    Bij het toiletpapier kwam het volgende prettig weerzien. Ik was net aan het twijfelen tussen belangrijke criteria zoals 2 of 3 lagen en violetjes of boterbloemekens motief. “Wil je mee kiezen” stamelde ik nog net. De collega liep nu in draf naar de koelafdeling.

    De laatste ontmoeting vond plaats ter hoogte van de diepvriezers. “We zullen elkaar niet meer tegenkomen” hoorde ik haar nog net stamelen alvorens ze een sprint inzette naar de kassa’s.

    Ergens heb ik het vermoeden dat ze morgen opnieuw in de Colruyt zal moeten gaan winkelen.